peak performance
in tax consultancy

 

Terug naar het overzicht:

Expertise

Fiscale ondersteuning van expatriates

innovative_tax_element

Voor bepaalde werknemers die naar het buitenland worden uitgezonden of die vanuit het buitenland door een Nederlandse werkgever worden aangeworven bestaat de 30%-regeling. Die houdt in dat zij in aanmerking komen voor een onbelaste forfaitaire tegemoetkoming van extraterritoriale kosten. Hiermee worden de extra kosten (bijvoorbeeld van huisvesting, taalcursussen etc) bedoeld voor het tijdelijke verblijf in Nederland van de buitenlandse werknemer. Wanneer de werkelijke extraterritoriale kosten hoger zijn dan het forfait, mogen deze door de werkgever worden vergoed.


Om voor de 30%-regeling in aanmerking te komen, moet de uit het buitenland afkomstige werknemer over een specifieke deskundigheid beschikken die in Nederland schaars is. Dit vereiste wordt getoetst aan een bepaalde salarisnorm. De basisnorm is een fiscaal jaarsalaris exclusief de vrije vergoeding van meer dan € 36.705 (jaar 2015). Voor masters jonger dan 30 jaar geldt een salariseis van € 27.901 (jaar 2015). De salarisnorm is niet van toepassing voor uit het buitenland geworven medewerkers die in het kader van onderwijs of wetenschap in Nederland werken. Werknemers moeten tot slot niet in meer dan 16 van de 24 maanden voordat zij in Nederland gaan werken binnen een straal van 150 kilometer van de Nederlandse grens hebben gewoond.

Op 24 februari 2015 heeft het Europese Hof van Justitie in het Sopora arrest beslist dat de 150-kilometergrens in de 30% regeling in principe verenigbaar is met het Europese recht. Ondanks dat het Europese Hof oordeelt dat een verschil in fiscale behandeling (discriminatie) tussen inwoners en niet-inwoners binnen de Europese Unie zonder een rechtvaardiging niet is geoorloofd komt het Hof uiteindelijk tot de conclusie dat er gezien de doelstelling van de 30% regeling toch een rechtvaardiging is om werknemers die voorafgaande aan hun tewerkstelling binnen de 150-kilometergrens woonden de faciliteit niet toe te staan. Het Hof is van mening dat de extraterritoriale kosten van de groep werknemers doorgaans lager zijn en dat er voldoende andere mogelijkheden zijn om deze kosten vergoed te krijgen. Voor uit Duitsland en België aangeworven medewerkers kan deze voorwaarde nadelig uitwerken. De regeling is enigszins versoepeld voor werknemers die na vertrek uit Nederland opnieuw worden geworven en bij eerdere tewerkstelling in Nederland afkomstig waren van buiten de 150 kilometerzone.

De 30%-regeling moet door de werknemer en werkgever gezamenlijk worden aangevraagd. Zij hebben daarvoor vier maanden de tijd vanaf de start van de tewerkstelling in Nederland. De 30%-regeling heeft een geldigheidsduur van maximaal 8 jaar. De looptijd van de 30% regeling eindigt uiterlijk op de laatste dag van het loontijdvak ná de maand waarin de maximale geldigheidsduur is verstreken of aan de dienstbetrekking met de kwalificerende werknemer een einde komt. Dit heeft tot gevolg dat de 30% regeling in principe niet meer kan worden toegepast op nabetalingen zoals vakantiebonussen of aandelenopties tenzij deze vóór het einde van de looptijd worden betaald.

Dat wordt minder als iemand in de 25 voorafgaande jaren al in Nederland heeft gewerkt of verbleven. Voor situaties die per 31 december 2011 bestonden, geldt overgangsrecht.

Terug