Momenteel wachten wij nog steeds op de gemeenschappelijke toelichting bij dit nieuwe belastingverdrag. Nadat het nieuwe belastingverdrag is goedgekeurd door de parlementen van Nederland en België zal het (op z’n vroegst) per 1 januari 2026 in werking treden.
Grensoverschrijdend werken
In het nieuwe verdrag wordt een nuance aangebracht bij de bestuurdersbeloningen. Alleen over de werkzaamheden (‘leiding geven aan de onderneming’) die de (statutair) bestuurder in zijn hoedanigheid van bestuurder verricht mogen nog worden belast in het land waar de betreffende vennootschap waarvan iemand bestuurder is, is gevestigd. Voor de overige werkzaamheden (bijvoorbeeld het dagelijkse management) van de bestuurder geldt het artikel (14) voor inkomsten uit dienstbetrekking.
Artiesten en sporters betalen onder het nieuwe verdrag uitsluitend belasting in hun woonland op basis van het ondernemingswinst- of het inkomsten uit dienstbetrekking artikel. Dat is een goede zaak omdat zo veel administratieve lasten en (potentiële) dubbele belastingheffing kan worden voorkomen.
(Hoog)leraren zullen belasting gaan betalen in het land waar zij werken (idem als andere werknemers) in lijn ook met de premieheffing.
Mogelijk dat in het protocol bij het belastingverdrag nog een bepaling wordt opgenomen over thuiswerkende werknemers en bestuurders en/of het ontstaan van een vaste inrichting in geval van thuiswerken.
Geëmigreerde directeur-grootaandeelhouders
Het nieuwe verdrag kent twee aanpassingen in aanmerkelijk belang voorbehouden die voor geëmigreerde directeur-grootaandeelhouders relevant kunnen zijn.
In paragraaf 9 van het dividendartikel van het nieuwe verdrag wordt een zogenaamd aanmerkelijk belangvoorbehoud geïntroduceerd voor dividenduitkeringen. Nederland kan ten laste van de buitenlands belastingplichtige aanmerkelijkbelanghouder tot tien jaar ná emigratie op basis van de Nederlandse box 2 wetgeving Nederlandse dividendbelasting inhouden ook als de naar Nederlands recht opgerichte BV is meeverhuisd naar België. De ingehouden dividendbelasting zal bij geëmigreerde aanmerkelijk belanghouders worden afgeboekt op de nog openstaande conserverende aanslag.
Voor vervreemdingsvoordelen uit aanmerkelijk belang is in het huidige belastingverdrag al een aanmerkelijk belangvoorbehoud opgenomen. Dit voorbehoud houdt in dat aan Nederland ter zake van een gerealiseerd vervreemdingsvoordeel een heffingsrecht toekomt zolang (een deel van) de conserverende aanslag nog openstaat. Bij een emigratie uit Nederland naar België van vóór 15 september 2015 werd de conserverende aanslag ná tien jaar kwijtgescholden. Bij een emigratie ná genoemde datum is na een wijziging van de Nederlandse Invorderingswet een opgelegde conserverende aanslag in beginsel eeuwigdurend.
In het nieuwe verdrag is opgenomen dat aan Nederland het heffingsrecht toekomt om volgens Nederlandse aanmerkelijk belangwetgeving te heffen over vervreemdingsvoordelen uit aanmerkelijk belang in een Nederlandse vennootschap ongeacht of er nog een conserverende aanslag open staat. Nederland legt derhalve een claim op over de waardeaangroei van de aandelen van de (geëmigreerde) directeur-grootaandeelhouder die ontstaan is in de periode dat deze aandeelhouder inwoner van Nederland was zelfs indien de destijds opgelegde conserverende aanslag inmiddels is kwijtgescholden. Deze (oude) conserverende aanslag ‘herleeft’ als het ware met terugwerkende kracht. Door de (volledige) kwijtschelding van de conserverende aanslag heeft buitenlands belastingplichtige aanmerkelijk belanghouder met de historische verkrijgingsprijs van vóór de emigratie te maken. Nederland krijgt zo een nieuwe kans om waardeaangroei die is ontstaan tijdens Nederlands inwonerschap van de eigenaar tegen de huidige hoge box 2 tarieven te belasten.
Antimisbruikbepalingen en belasting over de winst
Het nieuwe belastingverdrag bevat bepalingen die zijn gebaseerd op het multilaterale instrument zoals bijvoorbeeld de ‘principle purpose test’ bedoeld om belastingontwijking door misbruik van het verdrag aan te pakken. Bij vaste inrichtingen zijn er nieuwe bepalingen om eerder dan onder het huidige verdrag winstbelasting te kunnen heffen in het land waar activiteiten worden uitgeoefend.
Nederland zal geen vermindering ter voorkoming van dubbele belastingheffing meer verlenen als België voor dat inkomensbestanddeel een vrijstelling verleent om dubbele heffing te voorkomen op grond van het belastingverdrag.
Tot slot kwamen België en Nederland in het eerste protocol expliciet overeen bepalingen en definities uit het nieuwe belastingverdrag die zijn gebaseerd op basis van het OESO commentaar dynamisch te interpreteren. Wanneer het OESO commentaar over een definitie of bepaling in het nieuwe belastingverdrag dus wijzigt dan is deze nieuwe uitleg van toepassing op het nieuwe verdrag.
Wanneer u vragen of opmerkingen heeft over het nieuwe belastingverdrag met België of met andere landen neemt u dan vrijblijvend even contact op.
Innovative Tax
Nijmegen, 12 december 2024
De in deze bijdrage opgenomen informatie is van algemene aard en heeft geen enkele betrekking op de individuele omstandigheden van een bepaalde natuurlijke- of rechtspersoon. Aan de totstandkoming van deze bijdrage is met uiterste zorgvuldigheid gewerkt. Desalniettemin kan Innovative Tax niet garanderen dat de in deze bijdrage opgenomen informatie op het moment dat deze wordt ontvangen juist en volledig is en/of in de toekomst zal blijven. Gelieve geen actie te ondernemen enkel op basis van de informatie in deze bijdrage.
